Referentie

Naomi van der Werf

Daar sta je dan, voor de start van de 1500 meter in Inzell. Het is mijn laatste wedstrijd van seizoen 2016-2017. De zenuwen gieren door m’n lijf, dat is logisch, maar ook de angst doet een duit in het zakje. De angst om voor de zoveelste keer weer die intense pijn te voelen, de pijn die veroorzaakt wordt door mijn zuurstoftekort. Vlak voor de wedstrijd pep ik mezelf toch nog een keer op: “De dood of de gladiolen”.

Na twee lange secondes klinkt het startschot, de race tegen de klok is begonnen. Ik begin enthousiast, maar voel mijn spieren na een kleine 500 meter al verzwakken. Dik een ronde later lijkt het alsof mijn keel in de fik staat en mijn longen ieder moment kunnen ontploffen. Op naar de bel voor de laatste ronde, mijn lichaam is op dit moment volledig geblokkeerd, afzetten lukt nauwelijks meer. Ik begin boos met mijn armen te zwaaien, ik wíl wel harder maar kán het simpelweg niet. Dit gevoel van totale machteloosheid maakt mij nog meer gefrustreerd op mijn lichaam. De laatste 100 meter naar de finish toe rijd ik puur op karakter, ik wil het zó graag. Ik wil zó graag de beste worden.

Na 2 minuten, 14 seconden en 11 honderdsten kom ik over de finish. Niet slecht, maar voor mij als junior-A moet dit gewoon nog veel harder kunnen. Hiervoor moet ik eerst van mijn ademhalingsprobleem (EILO) af zien te komen. En dus volgden er - na 3 onnodige Astma-testen - een heleboel inspanningstesten, onderzoeken aan het strottenhoofd en ademhalingstherapie sessies. Het gevolg van al deze afspraken en oefeningen waren de eerste 50% richting de uiteindelijke verbeteringen. De andere 50% was het samenwerken met een sportpsycholoog. Vanaf het eerste moment dat ik bij Sandra binnenkwam hing er al een fijne sfeer. Van tevoren wist ik niet precies wat ik kon verwachten, maar na het eerste gesprek werd dit meteen duidelijk. Ik hield er een goed gevoel aan over en keek meteen al uit naar de tweede afspraak. De volgende afspraken werden gericht op het doel waarmee ik de eerste afspraak binnen liep.

Wanneer ik tijdens intensieve inspanning een zuurstoftekort kreeg, raakte ik in namelijk vooral paniek. De grootste reden om een sportpsycholoog te benaderen was daarom ook om te leren hoe ik het beste de rust in mijn hoofd kon bewaren op de momenten van ademnood. Dit doel had de prioriteit, maar als ik nu terug kijk naar hoeveel verschillende aspecten er nog meer ter sprake zijn geweest, dan heb ik nog zoveel meer geleerd dan alleen “de rust in het hoofd bewaren”. Dan besef je je pas écht hoeveel mentale factoren er zijn die je sportprestaties kunnen beïnvloeden. Dat zijn er namelijk een heleboel en dankzij de hulp van Sandra heb ik deze factoren allemaal leren begrijpen en toepassen. Dit laatste gaat natuurlijk niet in één keer, maar gedurende het proces merkte ik dat ik steeds meer profijt had van alle dingen die ik met Sandra besprak. Zo hadden wij afgesproken dat het NK Allround Junioren niet mijn doel moest zijn voor dat seizoen, maar juist het fysiek en mentaal beter worden en dus het kunnen schaatsen zonder paniek tijdens ademtekort. Naarmate het seizoen vorderde vielen de kwartjes steeds meer op zijn plek. Ook de wedstrijden gingen steeds beter. Ik begon PR na PR te schaatsen en kwalificeerde mij zelfs, onverwacht, voor de Landelijke Selectiewedstrijd voor het NK Allround Junioren. Dit was helemaal geen doel meer voor mij, omdat ik mij voornamelijk focuste op het fysiek en mentaal sterker worden. Ondanks dat reed ik, volkomen onbevangen, de Landelijke Selectiewedstrijd op mijn thuisbaan in Utrecht. Dit keer stond ik niet met angst aan de start. Dit keer wist ik mijn fysieke problemen te accepteren in plaats van gefrustreerd te raken. En dit keer wist ik zelfs mijn adem onder controle te houden, omdat ik niet meer in paniek raakte. Op zaterdag 27 januari 2018, de dag van de Landelijke Selectiewedstrijd, kwam ik over de finish van de 1500 meter in de derde tijd. Vol ongeloof en blijdschap sla ik mijn handen voor mijn gezicht. Huilend van geluk schaats ik naar de kussens en geef ik mijn ouders een dikke knuffel. Door deze prestatie stond ik na de eerste dag zesde in het tussenklassement. Om het NK te mogen rijden zou ik na de 3000 meter van de volgende dag bij de top-10 moeten zitten en dus zette ik na de eerste wedstrijddag de focus weer op scherp. “Deze onverwachte NK-plek gaat niemand mij meer afpakken”, dacht ik voor de start van de 3000 meter. Ik vertrok als een raket, misschien zelfs té hard, maar ik weet dat ik tijdens een 3000 meter op het laatst nog last kan krijgen van mijn ademhaling, dus dan maar gewoon zo snel mogelijk beginnen. De laatste twee rondes waren zwaar, maar ik kon het handelen. Ik werd niet langer boos op mijn lichaam wanneer ik de zuurstof uit mijn spieren weg voelde zuigen, ik raakte niet langer gefrustreerd omdat mijn lichaam weer mijn fanatieke gedachtes tegenhield. Ik bleef rustig, en wanneer de bel voor de laatste ronde luidde ademde ik nog één keer diep in en uit, en schaatste mezelf naar de zevende tijd. Nog nooit eerder was het mij gelukt om mij te plaatsen voor het NK Allround Junioren maar nu was het moment daar. Als laatste jaar bij de junioren heb ik het toch nog voor elkaar gekregen!

Aan het eind van dit seizoen kreeg ik, mede door mijn deelname aan het NK, een uitnodiging voor het RTC Midden. Dit wilde ik heel graag. Samen met mijn nieuwe trainer en teamgenoten heb ik een goed zomerprogramma kunnen draaien. Daarnaast kon ik dit jaar fysiek wél de trainingen aan, waardoor ik mij nu sterker voel dan ooit. Ik kijk vooruit naar het komende schaatsseizoen (2018-2019) en ben dit keer mentaal goed voorbereid op wat komen gaat. En ook al zou er plotseling iets anders gaan dan verwacht, dan weet ik nu hoe ik ook daar het beste mee om kan gaan. Ik heb geleerd om te vertrouwen op mijn eigen kunnen en ik weet zeker dat alle gesprekken met Sandra niet alleen waardevol zijn voor mijn sportcarrière, maar ook in het verdere leven.
laura
NK Allround Junioren, Februari 2018
Foto: Nol Terwindt